De lente is hier echt begonnen, met temperaturen boven de dertig graden en een hoge luchtvochtigheid. Zoals gisteren ook al gezegd, begint nu alles uit z’n schulp te kruipen. Vandaag zat ik op m’n vaste stekkie naast het zwembad m’n werkboek bij te werken, toen Ben (Duitse buurman naast ons) me ineens riep. “Snake! Big one!”. Recht voor onze kamer! Hij was er op nog geen halve meter langs gelopen. Snel daar naartoe en nog net de achterste helft van het dier kunnen zien. De eerste gedachte was dat het een Black Mamba was, doordat hij een grijs-groene glans leek te hebben. Tina en Sean stonden aan de andere kant te kijken en zagen de voorkant; het bleek een Mozambique Spitting Cobra te zijn.
Dat is een van de echt gevaarlijke slangen. Hij kan op twee manieren aanvallen; door van een afstand tot maximaal drie meter gif in je ogen te spuiten (met grote precisie), of door een beet. Als hij je in je ogen raakt kun je daar blind van worden (op zijn minst schijnt het extreem pijnlijk te zijn). In dit geval is het eens een voordeel als je brildrager bent dus. Grappig in dit verband is dat de Spitting Cobra, wanneer je een zonnebril aan een touwtje om je nek hebt hangen, de neiging heeft daarop te mikken.
Het gif van deze slang is ‘cytotoxic’ en zorgt voor grote schade aan de huid en het onderliggende weefsel bij een beet. Kan dodelijk zijn, maar dat komt maar zeer zelden voor. In ieder geval is het duidelijk dat iedereen in staat van opperste alertheid is. Van de andere kant van de campus komen onze medestudenten opgetogen aanrennen; het is niet de angst die overheerst maar vooral opgewondenheid om dit dier te kunnen zien. Wel zet iedereen alvast zijn zonnebril op.
Van twee kanten lopen we op de slang af, die tegen de muur naast ons huisje omhoog klimt, naar de andere kant gaat en een gat in de muur inkruipt, zodat we hem niet meer zien. James is deze week Camp Manager, en belt een van de trainers (Conraad), omdat ze op dit moment allen van de campus weg zijn. Conraad springt in de auto en komt direct naar ons toe, wij pakken ondertussen de slangen-stokken (met haken, om ze te vangen) en de slangen-mand (om ze in op te bergen). Tegen de tijd dat Conraad arriveert, kan hij eigenlijk alleen nog maar constateren dat de slang inderdaad in de muur zit en er niet uit komt. Het beste om te doen is hem met rust laten, zodat hij zelf weg kan gaan. Wij doen wel gelijk voor de zekerheid alle ramen dicht in onze douchecel, want daar is hij in het voorjaar ook al eens gesignaleerd. De komende dagen zullen we ’s nachts waarschijnlijk iets voorzichtiger zijn wanneer we naar het toilet gaan en deuren en ramen constant gesloten houden…
De dag was begonnen met een les over “Biomes” in Zuid-Afrika; oftewel de verschillende ecologische omgevingen. Deze week hebben we ook Weer & Klimaat op het programma staan en de middag kunnen we gelijk goed gebruiken om het werkboek voor beide onderwerpen bij te werken. De rest van de week wordt opgevuld met meer Rifle Dry-Runs (dit semester doen we onze assessments voor Advanced Rifle Handling, dus veel oefenen is het credo) en met de sleep-out (van donderdag op vrijdag).
Daar omheen steeds meer gamedrives, hard nodig om ons klaar te stomen voor de praktijkexamens in november.
Trouwens weer vier cijfers van examens teruggekregen; 85% voor Ethology (gedrag van dieren), 93% voor Vissen, 95% voor Arthropods (geleedpotigen) en 97% voor Amfibieën. Vanmiddag ook mijn oorkonde gekregen voor mijn Track & Sign level I; leuk om te hebben en al met al bouwen we een aardige verzameling certificaten voor het plakboek op.
In de middag stond er weer een gamedrive op het programma; we zijn met Cobus naar Makthutswi gegaan. We zijn inmiddels gewend aan het feit dat we hier weinig zien (net als in Chimoyo), dus we besteden de tijd nuttig door bomen en sporen te bekijken en te bespreken. Bij een kunstmatig meer blijven we een tijdje staan en zien we Whistling Ducks (ik weet niet of fluiteenden de officiële vertaling is, maar dat is letterlijk wat het zijn). Daarnaast ook nog twee Hadida-Ibissen die aan komen vliegen. We stoppen voor onze koffiepauze bij een enorm termietenheuvel.
Als het donker wordt klimt Lawrence op de tracker-seat voorop de Jeep en spot hij na een tijdje een Schorpioen.
De eerste die wij zien sinds we hier zijn! We hebben net het examen Arthropods gehad, dat onder andere over schorpioenen ging, dus we kunnen gelijk vaststellen of hij gevaarlijk is of niet. Daar is een makkelijke vuistregels voor; grote scharen en een smalle staart = niet gevaarlijk (Scorpionidae), kleine scharen en dikke staart = wel gevaarlijk (Buthidae). In dit geval is ‘ie niet gevaarlijk, Scorpionidae dus. Cobus vertelt van alles en nog wat over de schorpioen en pakt hem op een gegeven moment zelfs beet.
Dit is een lastig karweitje, want ondanks dat hij niet echt gevaarlijk is, is hij nog steeds giftig en is een steek behoorlijk pijnlijk. We krijgen de kans om hem goed te bekijken en te fotograferen. Helaas had ik alleen mijn zoomlens bij me, waardoor ik afhankelijk ben van de foto’s van anderen. Gelukkig heeft Ash er een paar geslaagde gemaakt.
Er zit weer een dag op, ik ga maar eens mijn kamer opzoeken. Heel voorzichtig en met een grote zaklamp….
Getver Frank, dat dat nou weer precies bij jouw huisje moet zijn 🙁
Wel voorzichtig zijn hoor!!!
Hebben jullie wel rustig geslapen, met die enge slang zo dicht in de buurt?
En de quizvraag: Hadida Hadida roepen die vogels 😉
Hallo Frank
wel spannend al die gevaarlijke dieren maar daar doe je het voor
nu de Hadida Ibis nou Frank door dat geluid word ik elke morgen wakker
het klinkt als heel hard laag lachen Ha Ha Ha Ha Ha .