Als je in St. Lucia via de hoofdweg het dorp uitrijdt, kom je terecht bij het iSimangaliso Wetland Park. Voor een bescheiden toegangsprijs (15 euro voor Ash, Macon, Mayra en ik) mag je hier de hele dag zelf rondrijden. A la Kruger Park zijn de meeste wegen geasfalteerd en kun je vanaf de hoofdweg een aantal onverharde ‘loops’ doen. De weg leidt uiteindelijk naar het eindpunt binnen het wetlandspark, Cape Vidal, dat vooral bekend is vanwege het sportvissen en snorkelen. Wij gaan geen van beiden doen, maar we gaan er natuurlijk wel even kijken.
Het is zwaarbewolkt, maar droog en er is buiten ons vrijwel niemand te bekennen. Als snel zien we een paar Bushbucks, die hier ongeveer net zo veel voorkomen als Impala’s in het Lowveld. Even verderop zien we de eerste Sykes’ Monkeys (die hebben we niet in de omgeving van Kruger Park). Leuk om eens wat anders te zien dan bavianen en Vervet Monkeys.
De rit laat verder nog wat vogels, kudu’s en buffels zien en na twee uur komen we aan bij Cape Vidal. Er is niet zo heel veel te doen, maar dat heeft ongetwijfeld met het weer te maken. Inmiddels miezert het licht namelijk. Na een korte pauze en even uitwaaien bij de oceaan, gaan we weer terug naar de auto om op de terugweg alle loops mee te pakken.
In het wetlandpark zijn Witte en Zwarte Neushoorns te vinden, zoals algemeen bekend is (helaas, want vorig jaar zijn ze er meerdere kwijtgeraakt aan stropers). Vandaag waren we gelukkig genoeg om een aantal neushoorns te zien. Om eerdergenoemde redenen zal ik geen foto’s plaatsen, maar ik kan wel vertellen hoe het was.
De eerste neushoorns die we zagen betroffen een moeder met twee jongen; eentje die nog maar een paar maanden oud was en eentje die al wat ouder (en dus groter was). De weg was vrij smal en werd geblokkeerd door een auto voor ons. Ik zag toen ik aan kwam rijden al de achteruitrijlichten oplichten. Wat bleek, de neushoorns dreven de auto als het ware achteruit. De onverharde weg was vrij smal, waardoor de neushoorns niet gemakkelijk langs de auto konden.
Uiteindelijk ben ik een stuk achteruit gereden, waarna de auto voor ons keerde en wegreed. Nu liepen de drie neushoorns dus op onze auto af. Op een meter of twintig hielden ze stil en hief moeder voorop haar hoofd op om oogcontact te maken. Het signaal voor ons om verder naar achteren te gaan. We kwamen nu op een stukje weg dat iets breder was en waar ik maximaal aan de zijkant ben gaan staan. In de auto overleggen we snel wat we hier moesten doen. Zonder ervaring waren we ongetwijfeld net als de auto voor ons omgedraaid en weggegaan, nu besluiten we dat we blijven staan. Ik doe de motor af en wij wachten met open ramen of we een goede foto kunnen maken. De ruimte die er nu naast de auto is, is blijkbaar voldoende voor moeder neushoorn om door te lopen, want ze komt steeds dichterbij.
Op een gegeven moment is ze naast de auto, aan de kant van Ash naast mij. Ze draait haar hoofd naar de auto en de hoorn is uiteindelijk nog maar een centimeter of 30 van Ash verwijderd. Het oudste jong, toch ook al van indrukwekkend formaat, besluit het voorwiel van dichtbij te bekijken. Je ziet niet precies wat er gebeurt, maar kunt je zomaar voorstellen dat hij elk moment kan besluiten de auto bij de wielkast op te pikken en in één beweging om te kieperen.
We zitten met z’n vieren ademloos toe te kijken. Uiteindelijk lopen ze vredig door en hebben ze (uiteraard) de auto niet eens aangeraakt. Een geweldig moment waar we na afloop nog lange tijd over napraten. Mooi om te zien hoe de moeder aangaf dat ze meer ruimte wilde hebben en uiteindelijk doorliep toen we die gaven. Maar vooral ook erg spannend. Zó dichtbij zie je pas echt hoe enorm ook deze dieren zijn en boezemen ze groot ontzag in. Het zet je ook gelijk te denken hoe mensen in staat zijn deze prachtige dieren te vermoorden voor hoorn (we weten allemaal dat het om geld gaat, maar je moet het maar kunnen om ze ook echt om te brengen).
We rijden door en komen nog een neushoorn tegen. “Kan nooit tippen aan wat we net zagen”, is zo’n beetje de sfeer in de auto. Ik ben al bijna door aan het rijden als Mayra de vraag stelt of het niet toevallig een zwarte neushoorn is. In eerste instantie dachten we van niet, omdat hij gras aan het eten was. Dat doen normaal de Witte Neushoorn, terwijl de Zwarte juiste blaadjes van struiken en bomen eten. We besluiten even te wachten tot hij z’n kop omhoog doet om te zien of hij een puntige lip heeft, het teken dat het een Zwarte Neushoorn is. Een Witte Neushoorn heeft een wijde lip. Dat is trouwens ook de oorsprong van de naam Witte Neushoorn; het Nederlandse ‘wijd’ werd onjuist vertaald naar ‘white’ is het Engels. Om een lang verhaal kort te maken; Witte en Zwarte Neushoorn zegt dus niets over de feitelijke kleur.
Na een tijdje steekt de neushoorn z’n kop op en… inderdaad een Zwarte Neushoorn! Ik heb er ooit eentje in Kenia gezien op een meter of 500 en toen was het zo’n klein stipje dat ik de gids op zijn woord moest geloven. Nu staat ‘ie op een meter of vijf. We krijgen ruimschoots de tijd om het dier te bekijken, ook al omdat hij een rondje om de auto maakt. Zwarte Neushoorns staan erom bekend een stuk temperamentvoller (en dus agressiever) te zijn dan Witte, en deze lijkt ook iets schichtiger dan de Witte Neushoorns die we tot nu toe gezien hebben (dat zijn er overigens al flink wat ondertussen).
Na deze tweede speciale ontmoeting stoppen we nog bij een vogelkijkhut, waarna het tijd wordt om te gaan lunchen. We verlaten het park weer en gaan naar de Wimpy’s waar we de evaluatie van wat we gezien hebben nog eens dunnetjes overdoen. Na de lunch brengen we Mayra en Macon naar het strand, waar zij een uur lang paard gaan rijden.
Ash en ik relaxen wat voordat we ze weer op gaan halen en gaan daarna naar een afgelegen parkeerplaats om Ash wat te laten oefenen met auto rijden. HIj heeft nog maar kort zijn engelse rijbewijs en moet nu voor zijn placement nog steeds zijn zuid-afrikaanse rijbewijs halen. De eerste keer is dat helaas niet gelukt, waardoor hij van de trainers de tip mee heeft gekregen zo veel mogelijk te oefenen in de vrije week.
Morgen willen we een keer rustig aan beginnen en halverwege de dag een rondje om het hele dorp lopen (zoals we in 2006 ook gedaan hebben). Er is hoop dat de zon morgenmiddag weer doorbreekt, dus laten we hopen dat dat ook echt gebeurt. Misschien ga ik morgen voor de derde keer met de boot mee; tot nu toe alleen nog maar foto’s gemaakt en wil nog graag wat videobeelden van die trip hebben. We hebben tijd te over en dat is hartstikke lekker… de campus lijkt lichtjaren ver weg, moeilijk voor te stellen dat we over vijf dagen alweer in de schoolbanken zitten!
Oh ja, met betrekking tot de quizvraag van gisteren; dat bouwwerk in de boom blijkt gemaakt te zijn door mieren! Weet er nog niet het fijne van, maar als er nog iets interessants over te melden is laat ik het nog weten.
hallo Frank
Het is weer een mooi verslag we lezen het met plezier ,
daarbij ook nog de mooie foto’s geweldig ,
nou Frank nog een fijne vakantie en tot de volgende keer , Groetjes johmar .